Baby’s hebben behoefte aan liefde, warmte en veiligheid. Zeker pasgeboren baby’s willen het liefst bij je zijn. Het huid-op-huid op contact na de bevalling is daarom erg belangrijk.
Maar ook daarna (of als dat niet mogelijk was direct na de bevalling) is het belangrijk om je baby dicht bij je te houden. Dragen is daarvoor de ideale optie. Bij ergonomisch dragen zit je baby in een natuurlijke houding dicht tegen je aan en kan hij van hieruit veilig de wereld ontdekken.
Al in de oertijd werden baby’s gedragen. Toen was het ondenkbaar om je baby ergens neer te leggen. Je baby neerleggen betekende dat je baby niet veilig was en het waarschijnlijk niet zou overleven.
In veel niet-westerse culturen wordt nog steeds veel gedragen en is het normaal om je baby altijd bij je te hebben. Maar in onze westerse cultuur zijn we vanaf de 19e eeuw opgevoed met afstand. Toen Koningin Victoria een kinderwagen kocht voor haar kinderen, was dit het begin van het kinderwagen tijdperk. In hogere klassen was het dan ook heel normaal dat je afstand creëerde van je kinderen, hoe groter de afstand, hoe meer status je had.
In de jaren 70 kwam het dragen weer terug in de mode. Vooral in Duitsland werd er weer veel gedragen. In Nederland kwam dit pas weer terug in 2007. Sindsdien is het stoffig hippie imago, dat dragen een tijd lang heeft gehad, veranderd. Tegenwoordig is het gelukkig heel normaal om je baby dicht bij je te willen hebben en te dragen.
Wist je dat…
…dragen zorgt voor een goede band met je baby?
…het de ontwikkeling van de hersenen stimuleert?
…een doek minder ruimte inneemt dan een kinderwagen?
…je baby minder huilt als hij gedragen wordt?
…je baby minder last heeft van krampjes en reflux?
…jij je handen vrij hebt om iets anders te doen?
…dragen je zelfvertrouwen als moeder bevorderd?